De nieuwe wetgeving voor zelfstandigen

De Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) en de aankomende Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR) hebben grote gevolgen voor zzp’ers en hun opdrachtgevers. Met de veranderingen die in 2025 en misschien in 2026 worden ingevoerd, is er veel onzekerheid over hoe zelfstandigen en werkgevers zich moeten aanpassen.

Grote onzekerheid over handhaving van de Wet DBA

Sinds de invoering van de Wet DBA acht jaar geleden is er veel onduidelijkheid over hoe deze wet precies moet worden toegepast. De wet is bedoeld om schijnzelfstandigheid tegen te gaan door te bepalen wanneer iemand eigenlijk een werknemer is in plaats van een zelfstandige. Ondanks dat de wet al acht jaar bestaat, wordt deze nog nauwelijks gehandhaafd door de Belastingdienst. Dit verandert per 1 januari 2025, wat veel onrust veroorzaakt bij zowel zzp’ers als hun opdrachtgevers. Werkgevers maken zich zorgen over willekeurige handhaving en de gevolgen voor de flexibele inzet van zelfstandigen, wat negatief kan uitpakken voor piekperioden en seizoensgebonden werk.

Impact van de Wet VBAR

De Wet VBAR, die nog niet is ingevoerd, is bedoeld om de regels rondom arbeidsrelaties verder te verduidelijken. Deze wet moet voorkomen dat zelfstandigen onterecht als werknemer worden ingezet en moet de bescherming van zelfstandigen verbeteren. Een belangrijk aspect van de VBAR is het rechtsvermoeden van werknemerschap. Dit houdt in dat zelfstandigen die voor een bedrijf werken weinig verdienen, gemakkelijker kunnen eisen dat ze als werknemer worden aangemerkt, met bijbehorende rechten.

Intentie van de Wet VBAR

De Wet VBAR is een reactie op kritiek op de bestaande wetgeving en is bedoeld om meer duidelijkheid te bieden. Toch is er enige bezorgdheid over de praktische uitvoering en mogelijke administratieve rompslomp. Het kabinet is bezig met het verbeteren van de wet op basis van feedback van verschillende belanghebbenden.

Invoering van de Wet VBAR

Voordat de nieuwe wet VBAR van kracht kan worden, moet de Raad van State advies geven. Daarna moet de Tweede Kamer de wet goedkeuren, wat betekent dat de wet waarschijnlijk pas na 1 januari 2026 volledig van kracht zal zijn. In de tussentijd zal de Belastingdienst vanaf 1 januari 2025 handhaven op basis van de huidige regelgeving.