Er is opnieuw discussie ontstaan over de Wet excessief lenen bij de eigen vennootschap. Deze wet, die vanaf 1 januari 2023 van kracht is, legt een belasting op leningen die boven een bepaalde grens uitkomen. Dit geldt voor directeur-grootaandeelhouders (dga’s) en andere houders van een aanmerkelijk belang die veel geld hebben geleend van hun eigen bv. De belasting wordt vanaf 2024 toegepast op leningen boven de €500.000, terwijl dit vorig jaar nog €700.000 was.
Bezwaar maken tegen de belasting
Veel belastingadviseurs raden aan om bezwaar te maken tegen deze belastingheffing. Zij twijfelen of de maatregel wel in lijn is met het Europees recht. De Wet excessief lenen bij de eigen vennootschap kan mogelijk in strijd zijn met het Europees eigendomsrecht, omdat het draagkrachtbeginsel wordt genegeerd. Dit beginsel houdt in dat belasting wordt geheven op basis van werkelijk genoten inkomen. Aangezien leningen moeten worden terugbetaald met rente kosten, vergroten ze de draagkracht niet.
Modelbezwaarschrift
De beroepsorganisatie Register Belastingadviseurs (RB) heeft een modelbezwaarschrift gepubliceerd voor leden die bezwaar willen maken tegen deze belasting. Volgens RB-directeur Sylvester Schenk is de kans op succes van een bezwaar minder dan 50%, maar het kan nuttig zijn om uw rechten te beschermen.
Reactie van het Ministerie van Financiën
Het ministerie van Financiën heeft laten weten dat zij geen reden ziet om aan te nemen dat de belastingmaatregel in strijd is met het Europees eigendomsrecht. Het ministerie benadrukt dat de heffing is bedoeld om belastingontwijking te voorkomen. Houders van een aanmerkelijk belang hebben gezamenlijk ongeveer €65 miljard geleend van hun eigen bv’s en de nieuwe belastingmaatregel is bedoeld om te voorkomen dat dit leidt tot belastinguitstel.
De twijfels blijven
Desondanks blijven er twijfels over de rechtsgeldigheid van de wet, vooral vanwege het ontbreken van een overgangsregeling en eerdere kritische opmerkingen van de Raad van State. Of de maatregel daadwerkelijk standhoudt, zal mogelijk in de toekomst door de Hoge Raad worden beoordeeld.
Wat te doen als u bezwaren heeft
Als u twijfels heeft over de heffing en mogelijk bezwaar wilt maken, is het belangrijk om dit te doen binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag. Dit kan normaal gesproken via een regulier bezwaar. Als de bezwaartermijn is verstreken, kunt u nog steeds een verzoek doen om ambtshalve vermindering in te dienen binnen vijf jaar na het belastingjaar. Houd er rekening mee dat de uitkomst van dergelijke verzoeken erg onzeker is en afhankelijk kan zijn van toekomstige juridische uitspraken. Wilt u hulp bij het maken van bezwaar? Neem contact met ons op en wij helpen u graag.