Het was in 2002 voor het laatst dat de 1 euro 1 dollar waard was. Nu is de waarde van beide munteenheden opnieuw nagenoeg gelijk. Dat betekent dat de waarde van de euro in de afgelopen weken flink gezakt is.
Waardedaling
De waardedaling van de euro heeft als gevolg dat de koopkracht van Amerikanen in Europa aanzienlijk is toegenomen. Zij kunnen namelijk zo’n 15 procent meer kopen dan een jaar eerder. Voor Europeanen in de Verenigde Staten geldt logischerwijs het omgekeerde. Voor Europese bedrijven die handelen met de andere kant van de Atlantische Oceaan heeft dit ingrijpende gevolgen.
In de voorgaande 20 jaar was de euro een stuk meer waard dan de dollar. Op het hoogtepunt in 2008 was één euro zelfs 1,60 dollar waard. Na een forse daling in 2014 en een nieuwe daling sinds de zomer van 2021 zijn de euro en dollar nu dus ongeveer evenveel waard.
Oorzaken
Een belangrijke oorzaak voor de daling is het verschil in beleid van de Europese Centrale Bank en het stelsel van Amerikaanse centrale banken. De Amerikanen verhoogde eerder de rente waardoor het aantrekkelijker is voor investeerders om geld te parkeren in de Verenigde Staten. Het gevolg: stijgende vraag naar dollars.
Daarentegen nam, door zorgen om de groei van de Europese economie, het vertrouwen in de euro af. Daarbij is de kans groot dat economische groei wordt belemmerd door de oorlog tussen Rusland en Oekraïne en de daardoor toenemende inflatie. Economen houden steeds meer rekening met een krimp van de Europese economie op korte termijn. Daarnaast Rusland de gaskraan steeds verder en dus zijn er zorgen of eurolanden op termijn nog wel aan voldoende gas kunnen komen.